doughnuts van ottolenghi

Cojones Dulces de torro con pudin

BAM. Een tweede wonder. Nog een tekstje. Wat een virus allemaal teweeg kan brengen.

Ik ben een grote Ottolenghi-fan. Ook in zijn boek Sweet wordt regelmatig gelezen. Al maak ik er niet zoveel uit. Ik maakte eerder wel zijn kaastaart met witte chocolade en eens een chocoladetaart, maar daar bleef het bij.

Veel recepten zijn omslachtig en uitgebreid. Ze zien er lekker uit, maar ze vragen veel werk. Eén van de meest complexe, toch aldus het boek, zijn de Roma’s donuts met saffraancrème. Gefrituurde bollen gevuld met saffraanpudding en gewenteld in kardemomsuiker. Drie dagen werk of zo. Ze deden mij wat denken aan echte Berlijnse bollen. Niet die van bij ons. Maar van die bollen met confituur in. Of zoiets. Al van het begin dat het boek mijn kast opfleurt, wil ik dat maken (zie artikel). Dat moet ik bekennen.

En nu… nu ik tijd heb door het thuiszitten, dacht ik: “komaan, we maken ze eens.” Al dat werk voor tien bollen zag ik niet zitten. Dus stuurde ik rond naar buren en vrienden uit het dorp. Wie wil er wel zo’n bol van Ottolenghi? De reacties stroomden binnen en ik mocht er vijftig maken.

Ik hoor u al denken: IOK, maar Cojones Ducles De Torro Con pudin, vanwaar die naam? Wel, om de één of andere manier doen die bollen me aan stierenkl*ten denken. Ik weet ook niet waarom. Ik heb dat nog nooit gegeten, maar ik vond het wel plezant klinken in het Spaans. Zoete stierenkl*ten met pudding. Lekker, toch? (Thx C & A voor de hulp bij de vertaling.)

Genoeg gezeverd, ik geef u graag het recept mee. Van Ottolenghi uit Sweet, maar met een paar minimale aanpassingen oa dat ik geen saffraan gebruikte.

 

ottolenghi donuts

 

RECEPT: Ottolenghi’s donuts met vanillepudding uit Sweet

Mijn bemerkingen:

  • How mannekes, die pudding, hoe lekker is die? Het is een crème patissière (banketbakkersroom) afgewerkt met wat boter en slagroom. The real stuff dus.
  • Eet de bollen de dag zelf. Na een dagje zijn nog ok, maar niet zo lekker als de dag zelf.
  • Het duurt geen drie dagen. Voorzie twee dagen. Op dag 1 rijst het deeg een eerste keer en maak je de pudding en de suiker. Op dag 2 rijst het een tweede keer, frituur je de bollen en vul je ze op met pudding. Ah ja, en eet je ze op. Het is best wel wat afwas en wel wat werk, maar minder dan ik verwacht had. Allez, als je er vijftig maakt, wel natuurlijk. Maar goed, dat is altijd zo.
  • Ik heb het basisrecept maal vijf gedaan. Je hebt dan inderdaad ongeveer 50 porties. De ingrediënten voor de pudding moet je maximum maal twee of drie doen. Dat is meer dan genoeg. De kardemomsuiker moet je ook maar maal twee doen of zo. Ik deed maal vijf en had nog veel pudding en suiker over. Hieronder geef ik je mijn hoeveelheden.

Praktisch

  • Aantal: stuk of 50
  • Duur: dag of twee
  • Materiaal: niets speciaal, behalve een friteuse, al heb ik het gefrituurd in een kookpot

Ingrediënten:

Voor de donuts: 1300g patisseriebloem, 120g suiker, 10tl gedroogde instantgist, 1tl zout, 125g boter, 5tl sinaasappelzeste (ongeveer 2 sinaasappels), 5 eidooiers, 350ml melk, 350ml lauw water, 1el brandy (ipv cognax wegens niet voorradig), 3l frituurolie of maisolie

Voor de pudding: 320ml melk, 4 dooiers, 100g suiker, 20g maizena, 1 vanillestok, 50g boter, 160ml volle room

Voor de kardemomsuiker: 160g fijne suiker, 1tl gemalen kardemomzaad

Bereiding:

  1. Begin uiteraard met de donuts. Meng de bloem met de suiker, gist en zout in een keukenrobot.
  2. Smelt de boter. Voeg de gesmolten boter met de zeste van de sinaasappel en de dooiers toe aan de bloem.
  3. Voeg dan geleidelijk de melk, het water en de brandy toe. Klop op hoge snelheid een aantal minuten tot het een mooi en elastisch deeg is.
  4. Bestuif het werkblad met bloem. Stort het deeg uit en kneed rustig tot het glad en niet kleverig is. Wrijf een kom in met olie. Doe hierin het deeg. Dek af met huishoudfolie. Zet op een warme plek zodat het rijst. Als het verdubbelt in omvang, is het ok. Dit duurde bij mij ongeveer 1 uur, maar dat kan ook langer zijn.
  5. Druk dan het volume uit het deeg met uw vuist. Dek af met folie en zet een nacht in de koelkast.
  6. Op dag twee neem je het deeg. Rol het tot een worst en verdeel in porties. Rol ze tot een balletje. Knip bakpapierstukjes van 10 op 10cm (doe dit op voorhand). Leg de deegballetjes op het bakpapier. Dek losjes af en laat rijzen tot dubbel in omvang.
  7. Eenmaal dubbel zo groot, frituur je ze op 180°C. 1,5 minuut langs elke kant of tot ze mooi goudbruin zijn. Laat ze dan uitlekken op keukenpapier en rol door de suiker.
  8. Je kan ze dan opvullen met de crème.
  9. Voor de suiker: kneus de peulen kardemom. Haal er de zaadjes uit en mix ze fijn. Je hebt er ongeveer 40 nodig. Dat is voor het beste resultaat. Je kan ook de schil van de peulen gebruiken, maar dan is de smaak minder fel. Mix het kardemompoeder met de suiker. ZEt opzij.
  10. Voor de pudding: snij de vanillepeul overlangs. Warm de melk met het merg en de peul op.
  11. Roer de dooiers, maizena en suiker los. Voeg de helft van de melk toe. Roer goed los en doe terug bij de melk.
  12. Blijf roeren op een zacht vuur tot het begint te dikken en ploffen. Het is klaar als u met de garde de crème omhoog tilt en er een dikke klodder afvalt.
  13. Voeg de boter in blokjes toe. Roer het volledig onder de crème. Dek af met folie en zet in de koelkast.
  14. Klop de room op tot lobbig. Hou koel.
  15. Spatel de room onder de afgekoelde pudding. Doe in een spuitzak.
  16. Maak een inkeping in de donuts. Vul ze op met ongeveer een eetlepel pudding.
  17. Smakelijk.

Recept gebaseerd op Sweet, Ottolenghi, pg 112.