Ik zit met een projectje in het najaar. Iets met Ijsland, eten en goed bier. Veel meer wil en kan ik er niet over kwijt.
Nu, naast dat eten, wou ik ook bij het bier wel een zelfgemaakt tintje. Zelf brouwen in mijn living, daar heb ik noch de plek, noch de kennis en noch de toestemming voor. Dus ging ik te rade bij de broers Jacobs.
Zij doen het in hun kelder en houden het lekker kleinschalig. Lees: enkel voor eigen verbruik. Ik hielp hen eerder bij het cider maken en brouwde met hen de Alfa Male voor het kookduet. Beiden hebben het wel voor spontaan vergisten. Dus viel de keuze op het produceren van een zuur sapje. Strikt genomen werd er dus niet gebrouwen.
Vorige zaterdag trokken we al vroeg richting Pajottenland met in de koffer twee vaatjes. Onze missie: het vinden van lambiek, de basis voor ons zuur sapje. Eerst werd er gestopt bij Girardin en daarna reden we naar De Troch. Op de weg terug stopten we nog even in de hoofdstad: Cantillon en MaltAttacks. Kwestie van niet met dorst terug in het Hageland te arriveren.
De basis hadden we al. Nu de aromaten nog. Hiervoor bracht Vilhjalmur van Souvenir mos en wilde bosbessen mee uit Ijsland. Inderdaad uit Ijsland via het vliegtuig in tot in Ieper. Via de mama kwam die daarna in Diest terecht. De broers hadden zelf jeneverbessen geplukt en in mijn diepvries schuilden nog krieken, frambozen, rode bessen en cassisbessen uit Pipa’s tuin. Genoeg materiaal voor een interessante reeks van zure sapjes.
- Zuur sapje 1: jeneverbessen, mos en jonge dennentopjes (later toe te voegen)
- Zuur sapje 2: rode vruchten (cassis, krieken, frambozen, rode bessen)
- Zuur sapje 3: gerookte mout
Vorig weekend werden de eerste twee alvast in vaatjes gestopt. Nu volgt een proces van een paar maanden trekken en vergisten. In juni wordt er gebotteld en in september kunnen we hopelijk genieten van een leuke portie verzuring.
Wordt uiteraard vervolgd.