Ondanks mijn reizen en mijn verhuis naar een andere provincie blijf ik West-Vlaming in hart en nieren. Mijn maag en ruimer gezien mijn volledige spijsvertering heeft een voorkeur voor smakelijke ingrediënten. Tenslotte is er nog mijn hoofd. Dat is vooral bezig met verantwoord koken en het verhaal achter iedere producent.
Al die elementen gooide ik in één dag. Eén dag lang zou ik rondrijden in mijn provincie op zoek naar lekkere ingrediënten van producenten met een verhaal. Met die ingrediënten zou ik op het einde van de dag een gerecht koken. Eind maart was het van dat. PJB vergezelde me en samen reden we serieus wat kilometers doorheen “de beste provincie van het land”.
Stop 1 was De Schapershoeve in Heule. De eerste aanblik zat alvast goed: een veld vol spruiten. Het is een boerderij met een eigen hoevewinkel. Daar verkopen ze hun producten. Onze aankopen bestonden uit wortelen, paddenstoelen en spruiten. Vers van het land…
Vervolgens trokken we naar het hart van de provincie. Na gigantisch veel omleidingen door … werken, geraakten we eindelijk in …. Werken. En neen, dit is geen mopje. Daar, in dit ogenschijnlijk gehucht, echt in het midden van nergens, maken ze kaas. De namen Keiems Bloempje, Keiems Witten of Keiemnaer doen misschien een belletje rinkelen. Zij worden gemaakt in ’t Dischhof. Het verhaal van dit biobedrijf is onwaarschijnlijk. In de jaren tachtig begonnen de eigenaars als één van de eersten in België met een biobedrijf. Voor alle duidelijkheid, dit betekent: niet pasteuriseren, geen pesticides of chemische middelen gebruiken. In de jaren tachtig was dit nog een zeldzaamheid. Jarenlang hadden ze het moeilijk. Vijftien jaar geleden ondergingen ze een fusie met een andere boerderij via het huwelijk van de dochter. Ondertussen zijn hun kazen beroemd over het ganse land. Terecht, want het zijn stuk voor stuk smaakbommen.
Na een tussenstop in de pizzeria waar ik jaren werkte, trokken we naar de slager onder de slagers: Dierendonck Hendrik. Ik had het er al eerder over, dus zal ik het wat beperkter houden. Dierendonck is top. Zijn idee van “snuit tot staart” staat me wel aan. Ook het idee van naar de slager gaan, zoals naar de kaaswinkel. “Geef me maar iets steviger, iets gerijpt, iets puur, iets dradiger, iets mals, …” Het klopt wel. We gingen voor een contre-filet. Een sappig stukje vlees van 800 gram, West-Vlaams Rood, topproduct. We kregen er een potje rundsvet/boter met hooi bij. Ideaal voor extra smaak. Het portret dat ik vroeger schreef over Hendrik, lees je hier.
Tenslotte trokken we terug naar het hart van de provincie: Vleteren. Vlees, kaas en groenten hadden we al. Nu moesten we onze dorst nog laven. De paterkes, die lieten we voor wat het was, we trokken naar het schooltje van De Struise Brouwers. Schooltje? Struise was? De Struise zijn een bende vrienden, die voor de fun wat rock ’n roll bier brouwden. Mainstream, daar doen ze niet aan mee. Smaak, dat is wat telt. Het resulteerde in verschillende medailles en ereplaatsen in de recente verkiezingen volgens Ratebeer.com. Verder wordt hun bier ook geserveerd in verschillende restaurants. En het schooltje van Vleteren, dat stond een paar jaar geleden leeg. De brouwers, die zochten een plaats om te brouwen. Ideaal dus. En wat is nog idealer? In één van de klaslokalen kun je hun bier proeven. 26 Bieren staan op de tap. Voor 1,5 tot 2,5 euro kun je hun assortiment proeven. Het klaslokaaltje zat vol met Belgen, maar vooral met buitenlanders. En gelijk hebben ze, ga er heen! Dit was samen met de kaas de ontdekking van de dag. Pannepot kende ik natuurlijk al van vorig jaar tijdens De Ronde. Ze hebben echter veel meer verrassende bieren: Kloeke Blonde, Struise Rosse, Black Albert, Weltkrieg, keer op keer toppers. Simpelweg een aanrader…
Het was tijd om terug te keren en te koken. ’s Avonds maakte ik een wortelpuree, bakte spruiten in wat boter en stopte het vlees een uur op 50 graden in de oven. Daarna kleurde ik het aan in het rundsvet. Terwijl het vlees in de oven zat dronken we een biertje van De Struise en genoten van wat kaas uit Werken. Het resultaat mocht er wezen.
Over de presentatie kan gezeurd worden, over de smaak niet. De puree smaakte echt naar wortel, de spruiten naar spruiten, het kaas naar kaas en het vlees naar vlees en een beetje hooi. Ja inderdaad, topdagje, was me dat. En West-Vlaanderen, dat is en blijft een topprovincie.
Benieuwd hoe ik het vlees gebakken heb? Het recept vind je hier.