“Of we zondag fruit kwamen plukken?”, vroeg Pipa, IR haar grootvader. Zelf heb ik twee schatten van de grootvaders. Echt waar. Twee mannen van 78 en 80 jaar, waarvoor ik een diep gevoel van eerbied en respect koester. Helden en tevens voorbeelden.
Dat respect koester ik ook voor Pipa, een derde grootvader als het ware. Dat cliché over de schoonfamilie, dat is in mijn geval een fabeltje. In ’56 hier gearriveerd na een vlucht omwille van de Hongaarse opstand en de invasie van de Russen. Opgevangen, gestudeerd in een andere taal om uiteindelijk bij Philips aan de slag te gaan en op te klimmen. Getrouwd, vader én grootvader geworden. Zijn levensverhaal klinkt als een sprookje.
Ook hij telt 78 lentes. De tijd lijkt – gelukkig – maar geen vat op hem te hebben. Werken, stenen kappen, door zijn moestuin lopen, ML opnemen, het deert hem schijnbaar niet. Daar stond hij zondag op dat laddertje, wiebelend wat kweeperen te plukken. Vasthouden was niet nodig. Enkel de peren aannemen. Dat was voldoende. Hij doorkruiste het hoge gras alsof het niets was. Zijn enthousiasme over de nieuwe kweepeerboom, die was gaan groeien op een stam werkte aanstekelijk. Wat een held.
Ik had het eerder al over de moestuin van Pipa. Gigantisch is die. Echt, wat een tuin inclusief boomgaard, vijver, kippen, fruit en groenten. Met de rode vruchten maakte ik een paar weken geleden gin (link) en crumble (link). Zondagavond kwam ik thuis met alweer een koffer vol lekkers: peren, appelen, walnoten, tomaten, vreemde soorten sla en kweeperen.
Het restverwerkingsproces werd gisteren en eergisteren opgestart. Van de kweeperen werd sap getrokken. Dit sap werd gebruikt voor siroop, gelei en wodka. Een aantal appels, peren en kweeperen verdwenen in bokalen met gin en werden tot chutney verwerkt. Het resultaat van deze creaties ontdek je de komende weken op HCDP.
Wordt natuurlijk vervolgd.