Soms heeft een mens al eens een gek idee. Ik heb er het voorbije jaar wel een paar gehad, zoals de Thaise bitterballen of het Vierwerkverhaal. Het jaar afsluiten doe ik met misschien wel het gekste idee van het jaar: het maken van een eigen Expo.
De Expo is een ijsje dat voorgesteld werd tijdens Expo ’58, volgend jaar – ah ja juist – zestig jaar geleden: drie smaken, aardbei, vanille en chocolade, tussen twee knapperige wafeltjes. Een verwijzing naar de Belgische vlag (met enigszins wat verbeelding). Zoveel decennia later valt het nog altijd te verkrijgen.
Toen ik een paar weken geleden in de file stond, dacht ik aan mijn moutijs en het plan om er frisco’s mee te maken. Een gedachtesprongetje later was er het idee van de Expo de Pierre. Twee knapperige wafeltjes met bloem van gebrande mout en drie zelfbereide ijssoorten daar tussen:
- chocolade-moutijs
- vanille-tonka-ijs
- ijs van framboos met Oud Beersel Framboise
In een schets zag dit er zo uit:
Zo getekend, zo gedaan. Al was het niet “zo snel gedaan”. Ik had het moeten weten, en ergens wist ik het misschien wel, maar – zoals zo vaak – op een bepaald punt wint mijn kinderlijk culinair enthousiasme, het van mijn (logisch) verstand en mijn nachtrust.
Hoeveel uren het maken van dit ijsje in beslag neemt, kan ik u deze keer niet zeggen. Reken voor één ijssoort ongeveer twee dagen: een avond maken, een nacht trekken, afdraaien en uitstorten in de taartvorm. Opstijven in de diepvries en ondertussen aan ijssoort twee beginnen. Herhaal dit tenslotte nog één keer en je hebt, inderdaad drie lagen.
Het voordeel van bevroren stukken is natuurlijk dat je het wel kan spreiden over verschillende weken. Ik heb dus geen zes dagen na elkaar prutsen met dat ijs. Zo gek ben ik nu ook weer niet.
De wafeltjes zijn gemaakt volgens het recept van de bekende lukken of nieuwjaarswafeltjes. De bloem werd echter een mix van gewone bloem en bloem van gebrande mout, de cognac werd vervangen door rum. De moutbloem zorgt voor een iets minder zoete, meer gebrande toets. Moutbloem maak ik zelf door mout te mixen en te zeven. Al moet gezegd worden: ere wie ere toekomt. In dit geval gebruikte ik moutbloem, die de buurman gemaakt heeft. Hij mag zijn ijsje dan eens komen halen.
Bon, genoeg gepalaverd. Het resultaat? Dat mocht er best wel wezen. Stevig, maar lekker. De sorbet is iets minder hard dan de andere twee ijssoorten, dus die vragen iets meer “likwerk”. Al ben ik nu aan het muggenziften. Ik ben oprecht zeer tevreden met het resultaat van de noeste ijs- en bakarbeid.
Trouwens, mocht u willen proeven, dan is haast en spoed misschien wel goed. Ik snij er ongeveer twintig uit mijn taartvorm, dus het zal voor de rappe zijn.
Recept: Expo de Pierre
- duur: meerdere dagen
- aantal: mijn bakvorm is ongeveer 30 cm = 20 ijsjes
- materiaal: ijsmachine en cakevorm
- Als ijsmachine heb ik een ijsmaker met koelvloeistof van Kenwood. Na gebruik moet je dit altijd terug (afwassen en) minstens een nacht invriezen.
- Als cakevorm gebruikte ik deze rechthoekige verwijderbare vorm (link). Heb je dit niet? Dan kun je dit vervangen door een gewone metalen bakvorm waarvan je de binnenkant volledig met vershoudfolie bedekt.
Ingrediënten
Voor het chocolade-moutijs: 400ml room, 250ml melk, 80g gebrande mout, 50g rietsuiker, 20g witte suiker, 5 dooiers, 90g donkere chocolade, 1 mespunt cacaopoeder
Voor het vanille-tonka-ijs: 5 eidooiers, 400ml room, 250ml melk, 70g witte suiker, 1 tonkaboon, 1 vanillestok
Voor de frambozensorbet: 400g frambozen, 200g Oud Beersel Framboise, 195g bloemsuiker, zeste en sap 3 limoenen, 150g glucose
Voor de wafeltjes: 200g blonde kandijsuiker (kinnekessuiker), 200g kristalsuiker, 250g boter, 4 eieren, 1 shotglas rum, 300g bloem, 100g bloem van mout, 100g bloem van gebrande mout
Bereiding
Voor het mout- en chocolade-ijs
- Maak een ruban van de eidooiers en suiker. Kook de melk en room op met de mout en laat 30 minuten trekken.
- Zeef en giet bij de ruban. Roer kort en vaneer tot een anglaise op een matig vuurtje. Zorg dus dat het mengsel niet kookt (ongeveer 80 graden).
- Meng er de chocolade en cacao onder.
- Giet in een andere kom en laat afkoelen.
- Laat een nacht trekken.
- Draai tot ijs.
Voor het vanille- en tonka-ijs
- Maak een ruban van de eidooiers en suiker. Kook de melk en room op met de tonka, vanillemerg en opengeschraapte vanillepeul en laat 30 minuten trekken.
- Zeef en giet bij de ruban. Roer kort en vaneer tot een anglaise op een matig vuurtje. Zorg dus dat het mengsel niet kookt (ongeveer 80 graden).
- Giet in een andere kom en laat afkoelen.
- Laat een nacht trekken.
- Draai tot ijs.
Voor de frambozensorbet
- Mix de frambozen tot puree. Haal door een zeef.
- Warm de glucose op met de bloemsuiker en de zeste van de limoenen.
- Voeg het bier toe, roer mooi onder elkaar en laat afkoelen.
- Meng met de puree en het limoensap.
- Laat een nacht trekken.
- Draai tot sorbet.
Voor de wafeltjes
- Smelt de boter op een zacht vuurtje. Laat afkoelen.
- Meng de twee soorten suiker onder elkaar.
- Roer er de volledige eieren onder.
- Meng de gesmolten boter en de Cognac onder het beslag.
- Zeef de bloem bij het beslag.
- Kneed tot een homogeen deeg. Bedek met vershoudfolie en laat een nacht rusten in de koelkast.
- Verhit het wafelijzer op de hoogste stand.
- Lepel telkens een ruime koffielepel beslag op de hete bakvormen.
- Duw dicht en bak 2 minuten 15 seconden à 2 minuten 30 seconden.
- Snij indien gewenst in rechthoeken de grootte van je ijsje. Laat afkoelen en harden op een rooster.
- Bewaar in een droge afgesloten doos.
Afwerking
- Ontvorm het ijs.
- Snij met een warm maar droog mes in plakken.
- Leg tussen twee koekjes. Versier eventueel met suikerbolletjes.
- Veel likplezier.
En voor de liefhebbers van Expo 58.