We zijn niet echt confituureters. Getuige daarvan de resterende bokalen ML-confituur, die bijna veertien maanden na haar geboorte nog steeds in de kast staan. Idem voor de kweeperengelei (link).
Na de vraag “wat te doen met alle kweeperen?”, kwam dus de vraag “wat te doen met al die gelei?”. Ik serveerde een deel bij een kaasschotel. Het zoete van de confituur gaat namelijk goed samen met het zoute van de kaas. En geef toe, een kaasplank, dat past nu eens altijd.
Nu moet je weten dat ik tot over een jaar of vier eigenlijk amper kaas at. Ik was zo’n gastje, die toen hij echt jong was, wanneer er kaasplank was enkel Boursin, een beetje geitenkaas en surimi-krabsla at. Gesmolten op pizza, gemalen op spaghetti, ook dat ging vlot binnen. Maar andere kaas, oh nee, geef mij maar het potje vieze krabsla.
De tijden zijn veranderd. Ik ben groot geworden. Door de groeiende interesse in eten en (vooral) de (terechte) druk van IR begon ik meer kaas te eten. En zie nu, er verschijnt geen Boursin of surimi-krabsla meer op onze kaasplank. Hoera.
Mijn favoriete kazen zijn ongetwijfeld de hardere lang gerijpte kaas zoals een Pecorino of een Gruyère van 12 of 24 maanden. De blauwe schimmelkazen zijn voor mij nog steeds a bridge too far, maar behalve die stinkerds eet ik nu vlot mijn buikje (vaak te) vol van al de rest.
Daarom vond ik het wel eens tijd om wat basics van een kaasplank op te lijsten:
- Zorg voor variatie: hard, zacht, stevig, licht, stinkend, welriekend. Leg ze ook van zacht naar hard of licht naar krachtig op de plank.
- Je eet natuurlijk zoals je wil, maar best begin je bij een lichte, zachte kaas en eindig je met die hard stinkende Stiltons.
- Het is een cliché en ja, ook ik drink vaak rode wijn bij kaas. Bier of witte wijn zijn echter veel beter. De uitleg wil dat kaas een vet laagje op je tong legt. Rode wijn kan hier niet tegenop. Bier of witte wijn wel en spoelen dan ook beter die rode lap in je mond. Iets ouder zoals een sherry of een porto gaan ook goed bij de zwaardere kazen.
- Haal de plank een uur voor het serveren uit de koelkast. Leg ze al open op de plank. Zo komt de kaas mooi op kamertemperatuur en geeft het al zijn aroma’s prijs.
- Lekker bij de kaas: wat cornichons, rozijntjes, noten, gedroogd fruit en gelei bv. van kweeperen. Een fris gemengd slaatje als extraatje vind ik ook wel leuk. Uiteraard stokbrood of gewoon brood niet vergeten. Opletten wel als je dit gaat pairen met bier of wijn. Deze extra veranderen het smaakpalet.
- Pas op met hoeveelheden. Je hebt vaak veel te veel kaas. De aperitiefhapjes vullen meestal goed en dan komt nog eens de niet zo lichte kaas. Reken op max 200 gram wanneer het een hoofdgerecht is. Wij vragen voor 8 als we met 10 zijn of voor 3 als we met vier zijn.
- Belangrijk: zoek je zelf een goede kaashandelaar, vraag raad en laat je adviseren. Wij kiezen vaak voor Elsen (Leuven) en Kilani (Diest).
Eigenlijk is de belangrijkste regel bij een kaasplank: doe gewoon uw goesting.
Het is zo gemakkelijk, vraagt amper werk en is minstens even gezellig – zoniet gezelliger – dan een verfijnd driegangenmenu. De keuken is geen stort, je staat geen dag te koken en je zit bij je gasten. Hoe gemakkelijk kan het zijn.
Dus nodig snel die vrienden uit, bestel die kazen, open dat flesje wijn en relax.