In februari is het weer Batibouw, de jaarlijkse hoogmis voor (ver)bouwers. 2017 stond voor ons ook in het teken van (ver)bouwen en verhuizen. In een aantal artikels neem ik je uitzonderlijk niet mee in het verhaal van wat ik kook, maar in het verhaal van waar ik kook. Verwacht je de komende weken dus aan wat keukenbouwtips.
Sta me toe eerst even de situatie te schetsen. Wij zijn gaan inwonen bij de grootouders van I. De slaapkamers werden herschikt en de garage verdween. Op de plek van wijlen de garage verrees een houtskeletbouw dat dienst zou doen als leefruimte, eetplek én keuken.
Omdat het alles in één is, met om en bij de 45m² niet heel groot is en omdat ik natuurlijk uren in de keuken sta, moest de keuken én functioneel én tegen een stootje kunnen én mooi zijn. Zo werd het een combinatie van witte kasten met zwarte wanden tegen de muur en eik rond het eiland.
Het werkblad
“Hoe slaag jij er altijd in om het laten exploderen?” – aldus I, een paar dagen geleden.
Als er iets is dat zou afzien in mijn keuken, is het een werkblad. Ik ben slordig, chaotisch en verlies na een intense kookrush al snel het overzicht. Mijn werkblad moest dus tegen een serieus stootje kunnen. Uiteraard wil het oog ook wat. Zeker omdat de keuken in onze kleine ruimte zo wat het “center piece” is.
De combinatie van gemakkelijk in onderhoud, stevig en mooi is – al is dat laatste argument iets subjectief – niet evident. Zo ben ik zelf een grote fan van marmer, maar mezelf kennende zou ik dat na de zoveelste zuur- of wijnvlek serieus beklagen. Inox kan wel tegen een stootje, maar dat vind ik dan weer niet mooi. De keukenbouwer zei dat er zo iets was als Dekton, mooi én stevig. Het nadeel? De prijs natuurlijk.
Door een gelukkig toeval kruisten de wegen van Dekton en Hot Cuisine de Pierre. Ik kreeg zowaar een korting van hen in ruil voor een vermelding. De kritische lezer zal zich natuurlijk nu wel de vraag stellen in hoeverre ik nog objectief ben. Terecht. Ik kan u echter met het hand op het hart zeggen dat ik eerlijk zal zijn.
Ik ben zot hard content van dat werkblad.
Jip, het kostte nog altijd veel.
Jip, we hebben het geluk dat we het net nog konden veroorloven.
We hadden enkele kritische vrienden en familieleden. Toen ik vertelde tegen wat het allemaal bestand was, geloofden ze het niet. Tot ze het zelf bij mij thuis zagen…
Schalen uit de oven of potten van het vuur, die zet ik zomaar op het werkblad. Rond de afwasbakken wordt het regelmatig nat en rond het inductievuur vettig. Ik durf al eens te morsen met wat citrussap. We kunnen er zelf rechtstreeks op snijden, al is dat misschien niet zo goed voor de messen. Dekton is een soort van composiet dat onder enorme druk geperst wordt. Hierdoor is het één van de meest stevige stenen die er zijn. Ze maken er vloeren van, gevels, terrassen, badkamers en dus ook werkbladen. Je hebt ze tenslotte in alle mogelijke kleuren en patronen.
Soms heb je van die spullen die op je lijf geschreven staan. Mijn keukenrobot is ook zo iets. Degelijk stevig en schoon. Wel, mijn werkblad is dat ook. Het is een echt beest van een werkblad. En bovendien nog eens een schoon beest.
Na elke keukenexplosie ben ik (en de vrouw) zo blij dat het blad telkens terug proper is.
Ik wou, zo goed mogelijk objectief willen zijnde, je een nadeel geven, maar ik vond er geen. Al is er natuurlijk de prijs. Reken gemiddeld op een 650€ de vierkante meter, al hangt het ook af van kleur, patroon, oppervlakte, uitsparingen, plaatsing en extra’s. Het is dus in zekere zin een investering. Voor propere jongens en meisjes of mensen die maar af en toe eens koken zijn er zeker alternatieven. Voor iemand die veel en intensief kookt, is het echter zeker en vast het overwegen waard. Vind ik.
Wacht, ik toon het even in onderstaand testje. Laat die Oscar maar komen.
Teruggekeken op die beslissing, is het één van de beste die we genomen hebben. Al is het maar omdat het me al veel stress bespaard heeft na een avondje koken.