Tour de Wallonie (1): ‘manger et marcher’

Vorige week had ik verlof. In tegenstelling tot vorige vakanties werd het een vakantie in eigen land. De oorzaken zijn simpel. Allereerst is er de aankoop van een tweede auto. Dat kost wat centjes, dus werd een verre reis uitgesteld. Duitsland of Frankrijk waren opties. Toen stelden we onszelf de vraag: waarom naar het buitenland gaan als we nog een groot stuk van ons eigen land niet gezien hebben?

“we steken te weinig de taalgrens over”

Ik heb het al een paar keer gezegd: we steken te weinig de taalgrens over. Zonder de moraalridder te willen spelen, in Wallonië zijn er echt schoon plekjes. En lekker. (zie: L’Air du temps en Géneration W) Daarom vonden Isis en ikzelf het de hoogste tijd voor een driedaagse Tour de Wallonie.

En avant, marche!

Deel 1: manger et marcher

Einddoel van dag 1: Rochehaut-sur-Semois. Op weg even gestopt in Bouillon om Godfrieds optrekje te bestuderen. Geen aanrader met een buggy trouwens. Rochehaut zelf is een piepklein gehucht op de top van een heuvel gelegen. Je hebt een – echt waar – prachtig uitzicht over de vallei van de Semois en het gehucht Frahan.

rochehatcover

Verbleven deden we in L’Auberge de la ferme, een hotel-restaurant van de eigenaar en chef Michel Boreux en zijn echtgenote Patricia. Het moet gezegd worden: een zeer chique kamer inclusief jacuzzi en inloopdouche met fancy lichtjes. ’s Avonds stond een gastronomisch diner op het programma.

IMG_6995
Bed: goedgekeurd.

Alvorens te eten vonden we het de hoogste tijd voor wat sport. Draagzak aan, voeten in de Birckenstocks en wandelen maar. Afdalen richting de rivier bracht ons doorheen de uitgestrekte bossen. Zonnig weer, eindelijk wat rust, ja, zelfs op amper 2 uren van Diest overviel ons een vakantiegevoel.

 

 

IMG_7199

IMG_7207

Na de inspanning was het tijd voor ontspanning: het reeds aangekondigde diner in L’Auberge de la ferme. Geen hippe keet, wel een klassieke keuken met respect voor de lokale terroir. In een naburig dierenpark kweekt de broer verschillende varkensrassen. Meer dan een hectare grond biedt hen de kans lekker veel rond te snuffelen. Daarnaast hebben ze ook eigen everzwijnen en Limousin-runderen. Verder huist er onder het hotel een uitgebreide wijnkelder. Michel Boreux kookt royaal en lokaal, zonder hip te willen zijn. Gewoon omdat het zo hoort te zijn.

IMG_7145 IMG_7133

Ons menu bestond uit foie gras en eendenborst als voorgerecht, een heerlijke langoustine, speenvarkencarré en tenslotte lekkere sorbet. De porties waren royaal, en echt lekker zondermeer. Niets op aan te merken. Na een nachtje rust werd de culinaire lijn verder getrokken. Dag twee begon namelijk met één van de betere ontbijtbuffetten. Vaak zijn hotelontbijten echt slecht en ongezellig. Zonde van het geld. In dit geval was het wel even anders. Verschillende kazen, charcuterie en worsten uit de streek, homemade hesp, schuimwijn à volonté, live eitjes bakken, … en dan hadden we het nog niet over het fruit, de koffiekoeken en het brood.

IMG_2462 IMG_2465 IMG_2470 IMG_2479IMG_2483 IMG_2484 IMG_2486

Daarna bezocht ML haar eerste dierenpark. Al besliste ze om na de everzwijnen een dutje te doen. ’s Middags lunchten we in la Taverne de la ferme. Hoewel de dagmenu ons niet echt kon bekoren, zagen de gewone gerechten zoals de ribbetjes en de gehaktballen er echt zot lekker uit.

Weeral eten, inderdaad, dus was het tijd voor nog een wandeling. Een beetje verdwaald, offroad door het bos om ML uiteindelijk aan de oevers van de Semois fruitpap te geven tot ‘Jefke de wesp’ ons begon te achtervolgen. De reden om richting de auto te stappen en de weg naar huis aan te vatten.

L’Auberge de la Ferme is een aanrader. Ondanks de redelijk grote zaak blijft het gezellig familiaal. Bovendien is het gastronomisch menu lekker en is het ontbijt echt zot goed. Ideaal voor een gastronomisch weekend of als uitvalsbasis voor wat wandelen.

IMG_7182IMG_7194  IMG_7049

Voor dag 3 trokken we naar een beloftevolle chef in de buurt van Namen, maar daar val ik u een andere keer mee lastig.

Meer over L’Auberge de la ferme.