Hoeveel wensen, overzichten en voornemens zijn er de voorbije dagen op ons los gelaten? Hebt u er een idee van? Ik zou het niet weten. Ik deed niet mee aan de “listomanie” of toch niet helemaal. U bekijkt het maar eens, mijn terugblik op 2013.
Natuurlijk heb ik ook voornemens voor 2014, veel voornemens zelfs. Ik wil minstens 30 kilo en 203 gram vermageren, vier marathons en een rondje rond de piste lopen, de K8 beklimmen, twaalf landen en zeven steden en drie wijken bezoeken, voor de eerste keer in mijn leven een sigaret roken om daarna dadelijk terug te stoppen en alle recepten uit Ons Kookboek koken – de gezonde en vetarme uiteraard.
Alle gekheid op een stokje, dat is het dus voor alle duidelijk niet. Ik heb er wel, maar daar ga ik je niet mee lastig vallen. Waarmee ik u wel mee lastig wil vallen, is mijn “Hot Plan de Pierre”.
“Uw hot plan de wadde?”
Momentje, ik leg het even uit.
Het voorbije jaar las ik twee erg inspirerende boeken: “Dieren Eten” van Jonathan Safran Foer en “Fäviken” van Magnus Nilsson. Ik zou over elk boek urenlang kunnen vertellen, maar dat zal ik u besparen. Het feit is dat ze me geïnspireerd hebben. Tijdens mijn reis naar de andere kant van de wereld heb ik veel nagedacht over hun wijze woorden en hoe te koppelen aan Hot Cuisine de Pierre.
Noem het een overroepen hype, een gewaagde trend of een drang naar vroeger, feit blijft dat één van de culinaire stromingen zich al een aantal jaren bezig houdt met “verantwoord eten”. Ik sta er best wel kritisch tegenover. Immers, waar trek je de grens?
Ik wil – en dat wil ik eerst even zeer duidelijk maken – niemand met de vinger wijzen. Iedereen maakt maar zijn eigen rekening. Hoe je het echter draait of keert, onze levensstijl van de voorbije decennia kan niet blijven duren. Zo denk ik erover. Het lezen van die twee boeken, het in contact komen met een aantal chefs en hun ideeëngoed en het reizen deden me nadenken over wat met Hot Cuisine de Pierre.
Ik ben enorm veel bezig met eten, communiceer daarover en heb dus ergens een (uiterst kleine) voorbeeldfunctie. Daarom heb ik een 5-puntenplan opgeschreven net voor ik Australië verliet. Dit plan is uitdagend, maar toch zal ik proberen er zo goed mogelijk rekening mee te houden. Zo wil ik mezelf uitdagen om creatiever te gaan koken en vooral mijn steentje bij te dragen aan die betere wereld, waar we al decennia zitten op te wachten.
“En wat is dat plan nu, manneke?”
1. Fruit en groenten
Tijdens één van mijn interviews voor Grandma’s Design, sprak ik met de grootmoeder van Wouter Keersmaekers. Ik citeer: “Die boontjes uit Peru in de winkel”, zei ze, “dat is toch niet normaal. Hoeveel tijd kost dat niet om ze hier te krijgen. Gezond is dat toch niet.” Daar had ze, naar mijn bescheiden mening een punt. Het viel me ook op dat de groenten uit onze grootvaders hun tuinen veel meer smaak bevatten. Het is toch ook niet normaal dat aardbeien nu het ganse jaar door te vinden zijn? Daarom wil ik proberen om fruit en groenten volgens het seizoen en van een zo lokaal mogelijk producent te eten. Een groentemand en de grootvaders hun tuinen moeten me helpen. Tips voor leveranciers van manden in de buurt van Gent, zijn altijd welkom!
2. Minder vlees en vis
Ja, de kogel is door de kerk. Ik word nooit vegetariër. Daarvoor hou ik teveel van een stukje vlees of vis. Het feit dat tientallen vissoorten gevangen raken in de gigantische vissersnetten om daarna uit de boot gegooid te worden, is totaal te gek voor woorden. Het feit dat er twee soorten kippen bestaan: leg- en vleeskippen, is ook niet echt logisch, als je erover nadenkt. Het wordt al helemaal bizar, als je weet dat het vlees van melkkoeien niet goed genoeg voor ons is, dus geven we het maar aan dierenvoederproducenten. Quota’s wil ik mezelf niet opleggen, maar ik hou er wel rekening mee.
3. Duurder en betere kwaliteit
Ik wil de oorsprong van mijn vlees kennen. Daarom moet ik iets meer betalen, maar omdat ik er minder eet, blijft de uitgave hetzelfde. Tenslotte is het vlees van betere kwaliteit met meer smaak. Slagers zoals Dierendonck, Rondou, Swaenepoel of de betere keurslagers kunnen we helpen. En misschien wie weet, een eigen varken.
4. Minder weggooien
Ik gooi teveel weg, dat geef ik grif toe. Daarom wil ik zo veel mogelijk aan restverwerking doen.
5. Back to basics
Het komende jaar wil ik de basis onder de knie krijgen. Dan heb ik het niet alleen over een aantal basisdesserts zoals crème brûlée en macarons. De Hot Cornichons de Pierre kaderen in dit voornemen om basistechnieken uit te proberen.
Tot zover het plan voor 2014. Blijf me volgen en ontdek of ik dit plan tot uitvoering kan brengen! Moge ondertussen al jouw voornemens en wensen realiteit worden!