Vorig jaar kon u het rond dezelfde periode hier al lezen. In Kortrijk gingen ze op zoek naar de beste hazenpaté van ’t stad. Want ja, Kortrijk is een stad. Een zeer schone, trouwens. Met een brok geschiedenis. Gulden sporen en Jan Breydel zegt dat u iets? En met potvolpaté serieus wat culinair talent.
Die eerste editie was zo’n succes, dat er dit jaar een vervolg kwam. Organisatoren van dienst Felix Francois (het vliegend tapijt) en Matthias Speybrouck (Va et Vient) doopten het event om tot café paté en kozen als thema: hoofdvlees. Ook gekend als kop, preskop of uuflakke.
Blijkbaar beroerde het concept vorig jaar flink wat hartjes én maagjes, want chefs uit binnen-Kortrijk en buiten-Kortrijk gaven hun naam op. De keuze werd gemaakt om het enkel te beperken tot het Kortrijks kliekske. Terecht als je het mij vraagt.
‘t Kortrijks (kulinair) Kliekske
Sta me toe een paar alinea’s aan dat Kortrijks kliekske te wijden. Ze verdienen het.
“Rekening houdende met het aantal inwoners heeft Kortrijk een zeer hoge concentraties aan goede en degelijke restaurants. Maar iedereen gunt elkaar het licht in de ogen en helpt waar nodig.” – Fond et Fumet
De uitspraak van Jurgen Maene (Fond et Fumet) vat het mooi samen. Toen ik een jaar of zeven geleden Zuidwest-Vlaanderen verliet omwille van de ‘O zo schone liefde’, was er nog niet zoveel in Kortrijk. Denk ik toch. Of ik kende het gewoon niet. De laatste jaren popten de restaurants uit de grond als waren het paddenstoelen op een mossig schaduwrijk plekje in het bos.
Hoef ik ze nog te vermelden? Hotel Damier, Het Vliegend Tapijt, Va et Vient, Table D’Amis, Gastrobar Gust zijn wellicht de bekendste. Er is verder Vol-Ver, Fond et Fumet, Oud Walle, etc. Kijken we net buiten Groot-Kortrijk dan heb je op minder dan 20 kilometer Boury, La Durée, Souvenir, Castor, David Selen en ga zo maar even door. Een sterrenhemel zoals de regio Brugge-Knokke is het inderdaad niet. Op Vol-Ver en Table D’Amis na vind je bij het Kortrijks Kliekske geen sterren. Kandidaten dat zeker. In die andere gids scoren ze dan wel weer goed.
Nu, geef toe, wat maakt het ook uit?
Sterren of niet… Daar gaat het niet om. We spreken over jonge chefs, dertigers, die vol overtuiging én met talent elke dag lekker eten op bordjes toveren. Van een eenvoudige biefstuk friet over de klassieke school van Hof Van Cleve tot de modernere van Oud Sluis en In De Wulf, je vindt het allemaal in K-Town. Elke chef heeft zijn eigen stijl, maar de passie voor smakelijk smullen verbindt hen. Daar gaat het om. Chapeau voor elk van hun (en de sterke vrouwen aan hun zijde trouwens).
Café paté
Het is die passie en vriendschap die in Café Paté naar boven komt. Het draait bijlange niet over het winnen. Het draait om efkes alle potten en pannen aan de kant te schuiven, enkel die grote pot voor hoofdvlees en hakmes boven te halen, na te denken over ‘hoe maak ik nu hoofdvlees’ en het gewoon doen. Al is een beetje competitie altijd leuk, niet waar?
Dus werd café Dudu in Heule (deelgemeente van Kortrijk) even omgetoverd tot een tijdelijk strijdtoneel. In de arena 12 chefs en 4 juryleden, waaronder ikzelf.
De chefs:
- Martijn Defauw ( Damier)
- Felix François ( het vliegend tapijt )
- Matthias Speybrouck ( Va et Vient )
- Klaas Lauwers ( Messeyne )
- Jurgen Maene ( Fond et fumet )
- Sébastien Ververken ( Volver *)
- Bas Ghyselen ( Gust )
- Ludovic Ghyselen ( Argendael )
- Thijs Clinckemaillie ( Hula)
- Karel Callebert ( walle 111 )
- Frederik Desmet ( Oud walle)
- David Selen ( David Selen )
De juryleden:
- Vilhjalmur Sigurdarson (Souvenir)
- Frank Cops (Be-Gusto)
- Frank Devos (slagerij Devos)
- Pieter Declercq (Hot Cuisine de Pierre)
Elke chef ging er volledig voor en het niveau lag merkelijk hoger dan vorig jaar. We proefden, bespraken, gaven punten, proefden nog eens, pasten de vorige punten aan en kwamen uiteindelijk tot een eindoordeel. Met een half puntje, jawel, slechts een half puntje, haalde Bas Ghyselen van Gastrobar Gust het van Martijn Defauw van Hotel Damier.
De extra peterselie- en gekaramelliseerdenotendip maakte het verschil. Ongetwijfeld een beetje zuur voor Martijn, maar niets dat niet door een pintje kan worden doorgespoeld. Nadien ging de meerderheid van het kliekske samen eten en verder keuvelen. Gezellig, zonder meer.
Chapeau voor alle chefs, een speciale vermelding voor Felix en Matthias en bedankt dat ik er weer mocht bij zijn. Een hele eer, waarvoor ik met plezier nog eens de 155km-lange oversteek maak.
Hopelijk tot volgend jaar
P.
PS: Nog even dit. De kracht van het concept zit hem – volgens mij – in het kleinschalige, het vriendschappelijke en het losse. De vrouwen en kinderen erbij, wat goede vrienden op post en een bende culinaire chefs/vrienden. Hou het zo, Café Paté hoeft – wat mij betreft – niet groter te worden.
PS: Belofte maakt schuld, ik beloofde de laatste woorden van mijn ietwat te lang uitgevallen artikel voor de heer Jonas Van Thillo, natuurwijnexpert in hart, bloed én nieren. Dat het daar in dat Kortrijks Kliekske zo leuk is, bewees namelijk zijn aanwezigheid, misschien wel de enige Antwerpenaar op dat moment aanwezig. Je moet het maar doen, van ’t stad naar die andere stad verhuizen voor de wijnen en het Kortrijks kliekske. En ja, ook voor de liefde. Dat ook ja. 😉